Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Die zullen tegen u komen [met] [53]karren, wagenen en wielen, en met een vergadering van volken, rondassen, en schilden, en helmen; zij zullen zich rondom [54]tegen u zetten; en Ik zal voor hun aangezicht het [55]gericht stellen, en zij zullen u richten naar hun [56]rechten. 53. Of, strijdwagens, slagwagens, en dan het volgende woord rijwagens. In het Hebreeuws staan deze woorden allen in het enkelvoudig getal, kar, wagen, wiel, rondas, schild, helm, naar het gebruik van deze spraak. 54. Dat is, u belegeren. 55. Dat is, Ik zal hun het recht voorleggen, dat zij over u gebruiken zullen; Ik zal hen gebruiken als uitvoerders van mijne gerichten over u, Ik zal hen alzo regeren, dat zij u uw verdiend loon zullen geven. 56. Of, wijze, gewoonte, manieren van doen; zoals wij afvalligen en meinedigen, idem overspeleressen, plegen te straffen; zie daarvan het volgende.